Over LOS

Zoeken

Hoe signaleer je pestgedrag?

Elke vrijwilliger heeft ermee te maken: pesten. Hoe signaleer je pestgedrag? En waar ligt jouw taak als organisatie? Ciska Vriesema, eerder 12 jaar werkzaam bij NUSO, heeft haar eigen praktijk als gedrags- en weerbaarheidstrainer en is specialist op ongewenst gedrag zoals agressie en pesten. Ze traint ook vrijwilligers in speeltuinen in het omgaan met pestgedrag. “Neem de regie”, is haar advies.

Hoe moeilijk ook, spreek de pester aan

Van lespakketten op school tot hulpprogramma’s op tv: pesten is volop in de aandacht en we doen er alles aan om pestgedrag de kop in te drukken. Want pesten maakt onveilig en de gevolgen voor slachtoffers zijn vergaand. Toch lijkt het alleen maar erger te worden, meent Ciska. “Pesten zie je overal. Bij kleine kinderen, onder jongeren en zelfs onder volwassenen op het werk.” Aan de andere kant merk ik dat sommige kinderen door te beschermende ouders een eeltlaagje missen. Als je kinderen niet weerbaar maakt, komt alles heel hard binnen en dan wordt veel gedrag van andere kinderen gezien als pesten. Terwijl het dat misschien niet is.”

Apenrots

Het is dus belangrijk, maar tegelijk heel lastig, om als speeltuinvrijwilliger het verschil op te merken tussen pesten en ruzie. Ciska legt uit: “Als ik op de schommel wil, en ik duw jou aan de kant en ik zeg ‘rot op stom wijf’, is dat dan pesten of hebben wij even een krachtmeting? Door een conflict weet je weer waar je grenzen zijn. Als getrouwd stel is het bijvoorbeeld goed om af en toe ruzie te hebben. Anders is er altijd een die het onderspit delft en dat gaat zich wreken. Dus roept een kind ‘ik vind jou stom!’ en de ander reageert met ‘boeiend’, dan is er evenwicht. Niemand is de minste. Maar zegt een kind ‘ik vind jou stom’ en de ander gaat huilen, dan heeft kind 1 een gevoel van macht gekregen, ‘ik ben de baas over jou’. De kinderen die dit zien, worden de supporters van de pester omdat ze bang zijn dat het hen ook overkomt. Zo gaat het balletje rollen en heb je één kind op de apenrots met zijn assistenten eromheen. Dán moet je ingrijpen.”

Regels

“Als vrijwilliger voel je vaak aan je water wat er aan de hand is. Maar zorg altijd dat je wéét wat er precies is gebeurd door je ogen en oren open te hebben. Dan voorkom je de discussie of een kind iets wel of niet heeft gedaan”, adviseert Ciska. “Je kunt een proces keren door een kind aan te spreken op het feitelijke gedrag: ‘ik hoor dat jij haar trut noemt en schopt, dat accepteer ik niet’. Dit aanspreken vinden veel speeltuinvrijwilligers moeilijk en dat kan ik mij goed voorstellen.

Pesten draait altijd om macht

De speeltuin staat in je eigen buurt. Gaat het om het kind van de buurvrouw, dan wil je daar geen gedoe mee.” Ook de houding van ouders maakt het soms ingewikkeld. “Je hebt ouders die hun kind zelf hun problemen laten oplossen, maar ook de ‘kom-niet-aan-mijn-kind ouders’ die er juist bovenop zitten. En je kiest van nature toch de kant van je kind.” Ciska benadrukt daarom het belang om bij pesten als speeltuin zelf de regie te pakken en de pester aan te spreken. “Leg dit ook als bestuur vast en communiceer dit naar de ouders. Dan laat je weten: ‘je bent hier te gast, wij zorgen voor jullie veiligheid’. Wanneer je zelf de regels bepaalt, voorkom je een hele hoop ellende.”

TIPS

1. Zorg voor sociale controle door je te laten zien in de speeltuin, loop rond.
2. Bepaal bij een conflict: is het ruzie of pesten? Bij ruzie kunnen kinderen het probleem vaak zelf oplossen. Bij pesten grijp je in.
3. Werk preventief. Maak beleid over sociaal gedrag in de speeltuin en zorg ervoor dat alle medewerkers dit uitdragen.

Lid worden

Ben je een vereniging of stichting en houd je je bezig met spelen? Dan nodigen we je van harte uit om je bij ons aan te sluiten.

Heb je een vraag

Vragen? We zijn van maandag t/m vrijdag bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur. We helpen je graag!

Blijf op de hoogte

Je ontvangt nieuws over al onze activiteiten.

Aanmelden Nieuwsbrief